Bafang

Bafang ligt in West Kameroen in het departement Haut Nkam. Het is met name een agrarisch gebied met uitgebreide plantages met bananen, avocado en velden met koffiebonen. De producten leveren helaas niet veel op en er is nauwelijks export. Kameroen kan qua export nauwelijks concurreren met andere grote koffieproducerende landen en daarnaast is de internationale koffiehandel zo ingericht dat de koffieboeren zelf nauwelijks een redelijke prijs krijgen voor hun product. Het meeste geld gaat naar de tussenhandelaren.

Bafang is een stad met circa 25.000 inwoners. Veel jongeren trekken uit dit gebied weg naar de grote steden zoals Douala en Yaounde om werk te vinden of naar school te gaan en te studeren. Daarnaast vind er migratie vanuit dit gebied plaats naar Europa en de Verenigde Staten. Veelal goed opgeleide jongeren kunnen in dit gebied geen werk vinden en zoeken hun heil elders. Het gebied wordt van origine bewoond door de in chefferien ingedeelde stam de Bamilike. Zij worden door de regering vaak een beetje als outsiders gezien omdat zij vaak op de oppositie stemmen en niet altijd regeringsgezind zijn. Binnen de chefferie zwaait een koning de scepter. Ook op het terrein van lokaal bestuur is de plaatselijke koning een belangrijke factor. In gevallen van b.v. diefstal zullen de meeste mensen eerst naar hun koning gaan om het probleem op te lossen, pas als men er niet uitkomt zal met naar de politie gaan. Deze traditionele vorm van besturen komt met name in dit gebied van Kameroen en in andere kleinere dorpen en steden voor. De familieband binnen de Bamilike is heel sterk en men helpt elkaar binnen familieverband waar mogelijk.

Het gemiddeld maandinkomen van de mensen in deze wijk is heel laag. Als men al werk heeft verdient met maximaal zo’n 30 euro per maand en hier moet een gezin van rondkomen. Dit terwijl de prijzen van allerlei producten zoals waspoeder bijna op europees niveau zitten. Kameroen kent geen verzorgingsstaat waarin mensen een uitkering kunnen aanvragen, ze zijn geheel op zichzelf aangewezen. Veel mensen leven dus op de rand van armoede. En op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg lopen mensen dus een grote achterstand op. In Kameroen bestaat er algemeen onderwijs dat gefinancierd wordt door de overheid en onderwijs dat traditie wordt opgezet van de missie. Deze school is gekoppeld aan katholieke missie. Echter de enige inkomstenbron van een missiepost zijn de gaven van de leden van de kerk. Deze nemen de afgelopen jaren alleen maar af. Ook is er geen band meer met de kerken vanuit de koloniserende landen zoals Engeland en Frankrijk dus deze geldstroom is ook opgedroogd.

Op het terrein van gezondheidszorg bestaan er in Kameroen vrijwel geen verzekeringen. Als je ziek wordt ga je zelf naar het ziekenhuis en betaal je de kosten voordat je een behandeling kan krijgen. Heb je geen geld dan zit je dus in grote problemen. Veel mensen sterven daardoor omdat ze geen geld hebben om de benodigde kosten te betalen. Ook medicijnen en andere hulpmiddelen moeten mensen zelf aanschaffen en ze zijn in verhouding tot het inkomen relatief duur in aanschaf. Ook in het ziekenhuis ben je voor een deel afhankelijk van de verzorging van familieleden omdat je vanuit het ziekenhuis geen eten krijgt.